|
Wat zie je? |
Wat doe je |
Loopt 't |
De bal schiet steeds van het matje af. |
Creëer een plek in de hoek van de zaal en plaats een bank naast de mat. |
|
Het wachten duurt te lang. |
Geef beide spelers een tafeltennisbal en laat ze naast elkaar spelen. |
|
Een groep bestaat uit drie leerlingen. |
Creëer een extra werkplek. |
|
|
Speel met één schieter, één vanger en één teller/wachter. |
Lukt 't |
Het wegschieten van de bal lukt niet. |
Leg de oefening nogmaals uit. |
|
De bal rolt niet ver genoeg terug. |
Druk de bal met meer kracht weg. |
|
De bal schiet steeds van de mat af. |
Leg de mat tegen de muur (geen gat ertussen). |
|
|
Verhoog de achterkant van de mat met extra blokken. |
Leert 't |
De bal rolt met veel effect terug. |
Laat de speler op een vlakke mat spelen. |
|
|
Probeer het met de andere hand. |
|
Het lukt de bal te vangen nadat de bal is teruggekomen. |
Probeer een beker over de bal te zetten. |
Leeft 't |
De uitdaging verdwijnt. |
Meet hoe ver de bal terugrolt. |
|
|
Zet de afstand op een lijst. |
Later |
Maak het moeilijker. |
Probeer effect te geven aan een hoepel of werpring. Gooi de hoepel naar voren, met je hand boven op de hoepel. Vlak voordat je loslaat geef je de hoepel een ruk naar beneden. Kijk naar de hoepel en wacht tot hij bij je terug komt. |