Pannenkoek bakken

LeerlijnenJongleren

Media

Klaarzetten

  • 1 tennisracket met korte steel;
  • 1 pittenzak;
  • Twee leerlingen: één speler en één wachter.

Extra

  • Racket;
  • Zakje;
  • Tafeltennisbatjes, badmintonrackets of een echte koekenpan;
  • Ronde schijf; bijvoorbeeld een frisbee;
  • Mat als werkplek.

Opdracht

  • De leerling legt de pittenzak op het tennisracket.
  • Pakt het racket met twee handen vast.
  • Gooit de pittenzak omhoog en vangt hem met het racket weer op.

Regels

  • Bij elke beurt mag de leerling vijf keer gooien.
  • Gooi de pittenzak vijf keer omhoog op ooghoogte en vang hem met het racket op.
  • Volgende beurten: gooi de pittenzak vijf keer steeds wat hoger en vang hem op.
  • Na vijf beurten wisselen met de wachter.

Tips

  Wat zie je? Wat doe je
Loopt 't De zakjes vliegen door de zaal. Laat de kinderen op een mat staan waar ze niet vanaf mogen.
Een groep bestaat uit drie leerlingen. Creëer een extra werkplek.
Twee koekenbakkers en één teller.
Lukt 't Het zakje gaat schuin de lucht in. Houd het racket met twee handen vast.
Probeer meer vanuit de benen vaart te geven aan de beweging.
Het zakje wordt niet op het racket gevangen. Gooi de pittenzak minder hoog de lucht in.
Gebruik een koekenpan (met rand).
Leert 't Het zakje wordt goed opgegooid. Houd het racket met één hand vast.
Het zakje wordt telkens gevangen. Gooi het zakje iets hoger.
Houd het racket in de andere hand of draai het steeds een halve slag (onderkant, bovenkant enzovoort) voordat het zakje gevangen wordt.
Maak een halve draai of gooi de pittenzak over een lijn en vang het dan.
Naar elkaar overgooien en vangen.
Leeft 't De uitdaging verdwijnt. Samen tegelijk gooien en vangen.
Gooi het zakje tegen het plafond aan.
Hoe vaak wordt de pittenzak gevangen? Schrijf de score op een lijst.
Later Maak het moeilijker. Speel met een foambal van 7 centimeter doorsnede.
Probeer de bal hoog te houden op het racket.