Wegslaan van een bal

LeerlijnenMikken

Media

Klaarzetten

  • 1 petfles (klein) zonder dop;
  • 1 zachte tennisbal;
  • 1 mat rechtop tegen de muur als mikdoel;
  • 1 markeringsplek voor de speler;
  • Afstand van vijf meter tussen de markeringsplek en de mat;
  • 1 wachtplek;
  • Speelgebied in de hoek van de zaal (6 bij 4 meter);
  • Twee spelers: één speler en één wachter.

Extra

  • 1 slagplankje;
  • Knuppel;
  • Racket;
  • Andere ballen (tafeltennis-, squash- of foambal).

Opdracht

  • Leg de tennisbal op de petfles.
  • De speler houdt de fles met bal voor zich.
  • En slaat met de vrije hand de bal naar de mat.

Regels

  • De speler mag de bal niet in andere richtingen slaan.
  • Na de slagbeurt haalt de speler de bal weer op.
  • Na vijf beurten wisselen met de wachter.

Tips

  Wat zie je? Wat doe je
Loopt 't De bal rolt steeds ver weg. Speelgebied afbakenen met bijvoorbeeld banken.
Gebruik de foamballen.
Hang een gordijn op waar de bal tegenaan geslagen kan worden.
Het wachten duurt te lang.
Er is voldoende ruimte.
Twee speelgebieden uitzetten.
Het ophalen van de bal duurt lang. De wachter de bal laten halen.
Vijf ballen achter elkaar slaan.
De bal blijft niet op de fles liggen. Leg de bal op de bodem van de (omgekeerde) fles.
Leg de bal op een wc-rol.
Lukt 't De bal wordt niet vaak geraakt. Gebruik een grotere bal.
De speler legt de slaghand eerst bij de bal, beweegt de hand iets naar achter en slaat dan de bal.
Sla rustiger.
Laat de speler kijken naar het merkje op de bal.
Vast statief van pylon met opgerolde krant erin.
De begeleider houdt de fles vast.
Probeer de bal omhoog te slaan (meer van onder raken).
De bal gaat niet richting de mat. Laat de speler dichter bij de mat staan.
De speler houdt de fles meer naast zich.
Focus voor de slag op de mat.
Leert 't De bal raakt vier van de vijf keer de mat. Probeer de bal harder weg te slaan.
Vergroot de afstand tot de mat.
Probeer de bal met de vuist weg te slaan.
Gooi de bal op en sla die daarna tegen de mat.
De speler houdt de fles meer naast zich.
Het kind kan de bal makkelijk met de hand slaan. Sla de bal met een kort racket.
Sla de bal met een lang racket.
De techniek van het slaan verbeteren. Begin de slag verder naar achter.
Zwaai de slag door na het raken van de bal.
Draai met het hele lijf mee (schouder/heup).
Leeft 't De uitdaging verdwijnt. Probeer de andere ballen uit.
Introduceer een puntentelling. Teken vakken op de mat waar punten op staan (het wordt meer mikken).
Meet de afstand met een centimeter.
Bedenk een leuke truc. Neem de petfles in de andere hand en sla met de andere hand de bal.
Later Maak het moeilijker. De wachter gooit de bal van de zijkant met een hoge boog in een doos. De doos staat achter de speler.