|
Wat zie je? |
Wat doe je |
Loopt 't |
De bal rolt steeds ver weg. |
Speelgebied afbakenen met bijvoorbeeld banken. |
|
|
Gebruik de foamballen. |
|
|
Hang een gordijn op waar de bal tegenaan geslagen kan worden. |
|
Het wachten duurt te lang. Er is voldoende ruimte. |
Twee speelgebieden uitzetten. |
|
Het ophalen van de bal duurt lang. |
De wachter de bal laten halen. |
|
|
Vijf ballen achter elkaar slaan. |
|
De bal blijft niet op de fles liggen. |
Leg de bal op de bodem van de (omgekeerde) fles. |
|
|
Leg de bal op een wc-rol. |
Lukt 't |
De bal wordt niet vaak geraakt. |
Gebruik een grotere bal. |
|
|
De speler legt de slaghand eerst bij de bal, beweegt de hand iets naar achter en slaat dan de bal. |
|
|
Sla rustiger. |
|
|
Laat de speler kijken naar het merkje op de bal. |
|
|
Vast statief van pylon met opgerolde krant erin. |
|
|
De begeleider houdt de fles vast. |
|
|
Probeer de bal omhoog te slaan (meer van onder raken). |
|
De bal gaat niet richting de mat. |
Laat de speler dichter bij de mat staan. |
|
|
De speler houdt de fles meer naast zich. |
|
|
Focus voor de slag op de mat. |
Leert 't |
De bal raakt vier van de vijf keer de mat. |
Probeer de bal harder weg te slaan. |
|
|
Vergroot de afstand tot de mat. |
|
|
Probeer de bal met de vuist weg te slaan. |
|
|
Gooi de bal op en sla die daarna tegen de mat. |
|
|
De speler houdt de fles meer naast zich. |
|
Het kind kan de bal makkelijk met de hand slaan. |
Sla de bal met een kort racket. |
|
|
Sla de bal met een lang racket. |
|
De techniek van het slaan verbeteren. |
Begin de slag verder naar achter. |
|
|
Zwaai de slag door na het raken van de bal. |
|
|
Draai met het hele lijf mee (schouder/heup). |
Leeft 't |
De uitdaging verdwijnt. |
Probeer de andere ballen uit. |
|
Introduceer een puntentelling. |
Teken vakken op de mat waar punten op staan (het wordt meer mikken). |
|
|
Meet de afstand met een centimeter. |
|
Bedenk een leuke truc. |
Neem de petfles in de andere hand en sla met de andere hand de bal. |
Later |
Maak het moeilijker. |
De wachter gooit de bal van de zijkant met een hoge boog in een doos. De doos staat achter de speler. |